Hoe vier scholen samen hun visie weer scherp kregen, dankzij Fluxusacademie

Ondertussen organiseren we bij Fluxusacademie al verscheidene jaren de opleiding Samen School maken, onder leiding van Katrien Vergauwen. Het doel? De visie van de deelnemende scholen terug scherpstellen, zodat ze opnieuw doordachter keuzes kunnen maken. Vele scholen uit de Scholengroep Fluxus nemen deel. Maar werkt de opleiding ook echt? We vroegen het aan vier deelnemers.

  • Anne Van Limbergen is vier jaar directrice van Basisschool ’t Schrijvertje in Mol.
  • Sofie Schramme leidt dan weer vier jaar Basisschool De Schans in Kontich.
  • Jessie Feyen geeft met twee adjunct-directeurs leiding aan het GO! Atheneum Mortsel.
  • Chris Geeraerts is directrice van middenschool Anton Bergmann, deel van het Atheneum Lier.

Waarom namen jullie aan de opleiding deel?

Anne: “Toen ik aan de slag ging als directrice, zat onze basisschool al twee jaar zonder directie. Onze mensen hielden het schip wel recht, maar iedereen werkte vanuit zijn buikgevoel. Op een eigen eilandje, niet volgens één gemeenschappelijke pedagogische visie. En dus vroeg iedereen aan mij om alle beslissingen te nemen. Wat ik dan ook deed, ik ontzorg nu eenmaal graag anderen.”

Jessie: “Ook onze schooleigen visie was niet langer actueel. Iets waarop we telkens opnieuw botsten wanneer we aan de slag wilden gaan met opmerkingen van de doorlichting. Onze school was enorm gegroeid, het schoolteam was helemaal nieuw … terwijl velen onder ons de schoolvisie niet meer kenden. Of er niet langer helemaal achter stonden.”

Chris: “Wij zagen dan weer niet meer de bomen door het bos. We werden met zo veel verwachtingen van leerlingen, ouders en de overheid geconfronteerd, dat we te weinig tot de kerntaak van onze middenschool kwamen: lesgeven. Ook wij hadden dus nood aan een heldere schoolvisie, waarmee we makkelijker zouden kunnen motiveren waarom we bepaalde zaken wel of niet doen.”

Sofie: “Onze basisschool kampte dan weer net met een teveel aan regels en afspraken. Jarenlang verliep alles hier volgens een heel duidelijke lijn, uitgeschreven door de directeur. Terwijl ikzelf voorheen een veel kleinere school leidde, waar we veel meer participatief samenwerkten. Dat wou ik hier ook introduceren.”

Hoe begon de opleiding dan?

Anne: “Wel, eigenlijk al voor de eerste opleidingsdag. Want natuurlijk kon niet het hele schoolteam aan de opleiding deelnemen, terwijl het resultaat – een nieuwe aanpak volgens een nieuwe schoolvisie – wel door iedere medewerker gedragen moest worden. We moesten dus eerst de juiste kerngroep voor de opleiding samenstellen, die met ieder lid van het schoolteam gelinkt was.

Sofie: “Dat is inderdaad een eerste belangrijke stap: tot het juiste kernteam voor de opleiding komen, met voldoende kritische stemmen die ook de stillere collega’s vertegenwoordigen. En dat vergde bij ons enige overtuigingskracht, want de mondigere stemmen voelden niet de nood om de vorming te volgen. Alles liep toch goed?”

Jessie: “Bij ons bestond de kerngroep uit mezelf, de twee adjunct-directeurs, en leerkrachten die zich vrijwillig hebben geëngageerd, gespreid over de drie graden van onze secundaire school én de verschillende vakgroepen. Zo telde ons kernteam een twintigtal mensen, die nadien met het hele schoolteam onze nieuwe schoolvisie zouden uittekenen.”

Chris: “In het kernteam, waarmee we momenteel volop de opleiding volgen, zitten eerlijk gezegd ook medewerkers van wie ik het niet verwacht had. Dat is heel mooi om te zien, want zo vertegenwoordigt de deelnemende kerngroep echt iedereen van het schoolteam.”

“Persoonlijk was ik heel blij met de opleiding. Ik doe niet liever dan samen nadenken over wat we elke dag proberen te bereiken.” Sofie

Dan begint de eerste opleidingsdag?

Anne: “Die zal ik niet snel vergeten (lacht). Om samen met het hele schoolteam een schoolvisie en -werking uit te bouwen en uit te voeren, moesten we eerst verbindend leren communiceren. En dat bleek niet makkelijk. Meer zelfs: ik ging compleet de mist in. Ik werd er mij namelijk plots keihard bewust van hoe onverbindend ik wel communiceerde. Ik nam veel te veel zaken uit handen van anderen. Wat straks niet langer mijn taak zou zijn als directeur.”

Sofie: “Ook wij leerden eerst verbindend te communiceren. Daarna gingen we op zoek naar de hindernissen die we binnen het schoolteam ervaarden. Hoe zit het team in elkaar? Hoe communiceert het? En ook hier: wat is de rol van mezelf, de directeur, in deze werking?”

Chris: “Open en respectvol, verbindend met elkaar communiceren. Naar elkaar luisteren, zonder het gesprek over te nemen. Dat moesten we absoluut eerst leren. Ook met de collega’s op school. Daarvoor stuurden we lukraak gekozen duo’s van leerkrachten de stad in, met een moeilijke opdracht. Ze moesten elk twintig minuten naar elkaar luisteren, zonder meteen op zaken uit het relaas van de ander in te pikken.”

Jessie: “Samen met ons kernteam bereidden we ons telkens erg grondig voor op de volgende opleidingsdagen, samen met alle leerkrachten. Zowel tijdens collectieve activiteiten zoals een grote picknick, als besprekingen in duo, volgens overlegmethodes die we meekregen tijdens de opleiding.”

Daarna focusten jullie op de schoolvisie?

Anne: “Klopt, we namen onze schoolvisie onder de loep. Of beter: het gebrek eraan, want al snel botsten we op de problematiek dat onze mensen almaar brandjes blusten, via veel te veel individuele begeleiding, zonder overleg met elkaar. Dus stelden we onze visie opnieuw scherp, met duidelijke kernwaarden.”

Sofie: “Ook wij kwamen na veel denkwerk, schrappen en aanvullen tot een gedragen visie: waar willen we met onze kinderen naartoe? Maar we werkten tegelijk ook andere zaken uit. Zaken die het team belangrijk vond, maar die niet expliciet in de visie stonden. Zoals de nood aan duidelijke communicatie (wat – toegegeven – bij mij een werkpunt was, ik ben wat chaotisch in mijn communicatie).”

Jessie: “Wij zijn daarbij grotendeels van een leeg blad vertrokken. Sommige elementen van onze vorige schoolvisie bleven wel overeind, maar er kropen zeker ook nieuwe accenten in. Zaken die te maken hebben met een veranderende kijk op onderwijs. Een jaar later lag de nieuwe visie er al. Ik ben  er erg trots op.”

Anne: “Op twaalf maanden opgesteld met het hele schoolteam, via de methodieken die we tijdens de opleiding meekregen. En met overlegtechnieken die we vandaag nog altijd hanteren. Zo behandelen we prioritaire thema’s tegenwoordig eerst binnen kleinere groepen, waarna we daarover terugkoppelen naar de rest tijdens teamvergaderingen.”

Chris: “Dat is ook de manier waarop we momenteel onze visietekst opstellen, want wij zitten nog in volop in de opleiding. Op het voorbije kerstfeestje schreven we enkele cruciale stellingen op kerstballen. Zoals: ‘Hoe wordt er over onze school gesproken? En hoe zou je willen dat mensen over onze school spreken?’ Vervolgens kozen we per stelling lukraak twee collega’s, die er tien minuten rond discussieerden, hun conclusie op de kerstbal schreven en die in de kerstboom hingen. Met het kernteam hebben we dan al die kerstballen geanalyseerd, om zo te weten welke thema’s het zwaarst doorwegen. Op basis daarvan schreven we een eerste sneuveltekst voor onze schoolvisie.”

Jessie: “Ook wij hebben zo enkele oefeningen gedaan, waarbij we eerst met drie of vier spraken, en dan in grotere groepen. Binnen bepaalde graden en vakgroepen, maar ook over graden en vakgroepen heen.”

“Vroeger had ik de touwtjes veel strakker in handen. Vandaag moet ik zaken loslaten, als ik mijn team meer wil laten participeren. Het gaat over vertrouwen hebben in de competenties van de anderen.” Jessie

Welke rol speel je vandaag als directeur?

Anne: “Vroeger was ik een gps: ik besliste welke richting we uitgingen en hoe we daar zouden geraken. Vandaag ben ik een ‘interactieve gps’. Vanuit een helikopterperspectief waak ik er nog altijd over dat we de juiste richting uit gaan, dat we aan onze prioriteiten werken, die we samen hebben vastgelegd. Alleen, hoe we daar geraken, dat laat ik aan m’n mensen over. Ik benoem wat goed loopt en hint naar wat nog beter kan, maar daag dan m’n leerkrachten uit om een andere aanpak te bedenken.”

Jessie: “Ook mijn rol als directeur is volledig veranderd. Vroeger had ik de touwtjes veel strakker in handen. Vandaag moet ik zaken loslaten, als ik mijn team meer wil laten participeren. Het gaat over vertrouwen hebben in de competenties van anderen. Nu, net als Anne heb ik het daar soms moeilijk mee. Soms voel ik nog de drang om zaken zelf te beslissen, omdat het dan sneller gaat. Maar participatie is beter, omdat beslissingen dan meer gedragen zijn én leerkrachten veel meer één team vormen. We luisteren naar ieders noden. Ook op onze grote secundaire school.”

Sofie: “Het team verwachtte veel daadkracht van mij, en doet dat eerlijk gezegd nog altijd. En dus komen we wel tot besluitvorming met de participatieve werkvormen die we tijdens de opleiding hebben geoefend, maar neem ik ook wat meer de leiding, wat voor mij een leerproces was.”

En wat is dé grote verandering op jullie school?

Sofie: “Bij ons is dé grote verandering dat er überhaupt over beslissingen gepraat wordt, door iedereen. De werkvormen die Katrien meegaf, verplichten daar ook toe. Tegenwoordig zitten we elke twee weken met het kernteam samen. Ander overleg vindt plaats binnen bestaande professionele leergemeenschappen. Tijdens onze personeelsvergaderingen focussen we praktisch enkel nog op pedagogische zaken.”

Anne: “Wij wegen vandaag alle acties aan het waarom af. Daardoor kunnen onze werkwijzen ook blijven evolueren, samen met de maatschappij. De opleiding schepte daarvoor de nodige overlegmomenten. En ja, dat vraagt tijd. Om gedragenheid te creëren, moet je vaker en trager overleggen. Maar uiteindelijk zijn de leerkrachten blij dat ze samen kunnen beslissen over essentiële zaken. Dat kan ook niet anders meer, daarvoor zijn de problematieken vandaag te complex.”

Jessie: “Of iedereen vandaag de visie mee draagt? Dat durf ik nog niet te beweren. Mondjesmaat ontdek ik hoe sommige mensen een aanpak nog niet mee volgen, omdat ze nu toegeven er niet achter te staan. We wijzen er hen dan op dat ze zelf mee aan de basis lagen van deze nieuwe visie.”

Chris: “Wij zijn volop de opleiding aan het volgen, het is nog wat vroeg om al veranderingen te zien. Ik zie wel al dat de overlegtechnieken hun meerwaarde hebben. Zoals de tactiek om eerst in kleinere groepen te overleggen. Collega’s die nooit het grote woord voeren, maar wel een heel zinvolle bijdrage leveren, komen zo meer aan bod.”

“Wij wegen vandaag alle acties aan het waarom af. Daardoor kunnen onze werkwijzen ook blijven evolueren, samen met de maatschappij.” Anne

Waarom zou elke school deze opleiding moeten volgen?

Anne: “Als je een gedragen schoolvisie wilt bereiken én je een visiegedreven schoolwerking belangrijk vindt, moet je zeker aan deze opleiding zeker deelnemen. Ze reikt zo veel (groei)kaders aan voor de directie én leerkrachten, om er een geslaagd samen-verhaal van te maken.”

Chris: “We nemen nu tijd om daarna bewuster te kunnen kiezen wat we wel en niet doen. En dat is cruciaal, want wat er ook fout loopt in onze samenleving, het onderwijs wordt altijd als dé oplossing gezien. Maar het onderwijs kan niet alles oplossen. Neem nu schrijnende thuissituaties. Daarvoor zou je een psycholoog op school kunnen nemen, maar als een kind daarmee praat, mist het lessen, die het dan misschien thuis niet kan inhalen … Dat moet dan ook op school gebeuren. En zo dwaal je al snel af van datgene wat je wou bereiken: het kind iets bijbrengen.”

Jessie: “En ja, de opleiding volgen is pittig, omdat zo veel leerkrachten dan afwezig zijn. Maar uiteindelijk is de vorming de tijd meer dan waard. We hebben bijvoorbeeld nog altijd een kernteam dat zelfstandig functioneert en naar het beleid toe communiceert. Zo blijven leerkrachten hun inbreng hebben in alles wat we doen. Bovendien vragen we ons bij elke beslissing nog altijd eerst af: past dit binnen onze visie? En proberen we ideeën te integreren zoals echt samenwerken en verbindend communiceren. Een cultuur van positief, kritische mensen die samen school maken.”

“Wat er ook fout loopt in onze samenleving, het onderwijs wordt altijd als dé oplossing gezien. Maar het onderwijs kan niet alles oplossen.” Chris

Maken jullie hier ook werk van? Neem gerust contact met ons op.

Gerelateerde berichten